Open het tandwielpictogram en klik op Installatie.
Klik onder de sectie Platformtools op Aangepaste code.
Klik op Visualforce-pagina's.
Klik in de lijst met pagina's op Nieuw.
Voeg een Label en Naam toe voor je Visualforce-pagina.
Vervang de Visualforce-markering door een van de twee onderstaande code-opties. De waarde voor standardController moet worden vervangen door de API-naam van het object. Bij een standaardobject is de API-naam de naam van het standaardobject. De API-naam van het object 'Contracten' is bijvoorbeeld 'Contract'.
Voeg een Label en Naam toe voor je Visualforce-pagina.
Vervang de Visualforce-markering door de bovenstaande code. De waarde voor standardController moet worden vervangen door de API-naam van het object. Bij een standaardobject is de API-naam de naam van het standaardobject. De API-naam van het object 'Contracten' is bijvoorbeeld 'Contract'.
Klik op Opslaan.
Volg de onderstaande instructies om de Objectlay-out bij te werken met de hierboven gemaakte Visualforce-pagina:
Klik op Objectmanager.
Kies het object dat je wilt bewerken.
Klik op Paginalay-outs.
Kies de lay-out die je wilt bewerken.
Sleep Sectie van het vak met instellingen bovenaan naar de pagina.
Vul de naam van de sectie in en selecteer de lay-out met één kolom.
Klik op OK.
Ga naar de optie Visualforce-pagina's en sleep de bijbehorende pagina naar de Dropbox-sectie.
Klik op Opslaan.
Klik op het moersleutelpictogram nadat je de Visualforce-pagina's hebt toegevoegd.
Ga naar de pagina met opties en stel de eigenschappen voor de Visualforce-pagina in op 100% breedte en 400 pixels hoogte. Vink ook het vakje Schuifbalken weergeven aan.
Volg deze instructies als je niet Salesforce Lightning gebruikt:
Klik op Set-up.
Zoek linksboven in de zoekbalk naar 'Objectmanager'.
Kies het object dat je wilt bewerken en klik op Paginalay-outs aan de linkerkant.
Klik naast de lay-out die je wilt aanpassen op de menupijl en selecteer Bewerken.
Sleep Sectie van het vak met instellingen bovenaan naar de pagina.
Vul de naam van de sectie in en selecteer de lay-out met één kolom.
Klik op OK.
Ga naar de optie Visualforce-pagina's en sleep de bijbehorende pagina naar de Dropbox-sectie.
Klik op Opslaan.
Klik op het moersleutelpictogram nadat je de Visualforce-pagina's hebt toegevoegd.
Ga naar de pagina met opties en stel de eigenschappen voor de Visualforce-pagina in op 100% breedte en 400 pixels hoogte. Vink ook het vakje Schuifbalken weergeven aan.
Hierna moet je een nieuwe trigger voor objecten instellen voor je aangepaste object of niet-standaard standaardobject. Dit kun je doen door de volgende stappen te volgen:
Open het tandwielpictogram en klik op Installatie.
Klik onder de sectie Platformtools op Objecten en velden.
Klik op Objectmanager.
Kies het object dat je wilt bewerken.
Klik op Paginalay-outs.
Kies de lay-out die je wilt bewerken.
Scrol naar beneden naar de sectie Mobiele kaarten (uitsluitend Salesforce1).
Klik in het vak met instellingen bovenaan het scherm op Visualforce-pagina's.
Sleep Mobile Dropbox for [Object] naar de sectie Mobiele kaarten (uitsluitend Salesforce1).
Klik op Opslaan.
Hierna kun je aangepaste objecten beschikbaar maken voor de mobiele app van Salesforce1. Als je aangepaste objecten compatibel wilt maken met de mobiele app van Salesforce1, moet je deze functie eerst inschakelen wanneer je de Visualforce-pagina instelt. Volg de onderstaande stappen om je aangepaste objecten zichtbaar te maken:
Kies onder de sectie Aanpassen het object dat je wilt bewerken en klik op Paginalay-outs.
Klik naast de lay-out die je wilt aanpassen op Bewerken.
Scrol naar beneden naar de sectie Mobiele kaarten (uitsluitend Salesforce1).
Klik in het vak met instellingen bovenaan het scherm op Visualforce-pagina's.
Sleep Mobile Dropbox for [Object] naar de sectie Mobiele kaarten (uitsluitend Salesforce1).
Klik op Opslaan.
Hierna kun je aangepaste objecten beschikbaar maken voor de mobiele app van Salesforce1. Als je aangepaste objecten compatibel wilt maken met de mobiele app van Salesforce1, moet je deze functie eerst inschakelen wanneer je de Visualforce-pagina instelt. Volg de onderstaande stappen om je aangepaste objecten zichtbaar te maken:
In Dropbox for Salesforce kan een mappenstructuur voor je worden gemaakt aan de hand van sjabloonmappen. Deze mappen koppelen je Salesforce-records aan mappen in je Dropbox.
De mappen die in Dropbox for Salesforce worden gemaakt, zijn standaard leeg. Als je wilt dat deze mappen een submappenstructuur bevatten, kun je die laten maken door de functie Sjabloonmap.
Controleer welk e-mailadres aan Dropbox for Salesforce is gekoppeld.
Klik op het tabblad Dropbox-opties in je Salesforce-account. Daar staat het e-mailadres
Ga naar dropbox.com en open de map Salesforce-documenten.
Klik op de naam van de objectmap die je wilt gebruiken.
Maak een nieuwe map en noem deze 'Sjabloon'.
Maak de gewenste structuur door bestanden en mappen toe te voegen aan de map Sjabloon.
Klik in Salesforce op de tab Dropbox-opties.
Scrol omlaag naar Instellingen voor standaardobjecten en klik op Bewerken.
Vink het vakje Sjablonen inschakele aan naast het object dat je wilt gebruiken.
Klik op Opslaan.
Opmerkingen:
De mappen Sjabloon kunnen niet met terugwerkende kracht worden toegepast. Mappenstructuren die je hebt gemaakt voordat je de nieuwe sjabloonmappenstructuur hebt ingesteld, worden niet veranderd
Als je ervoor wilt zorgen dat de sjabloon in een record wordt gegenereerd, voeg je een bestand toe aan de Dropbox-map van die record in de map Salesforce-documenten in je Dropbox
Sjabloonmappen werken alleen voor objecten die zich in de openbare map 'Salesforce-documenten' bevinden. Ze zijn momenteel niet compatibel met objecten in de map 'Salesforce-privédocumenten'
Sjabloonmappen werken niet voor aangepaste objecten of voor objecten met een naamgevingsconventie.
De map in je Dropbox houdt standaard dezelfde naam als je de naam van een Salesforce-record wijzigt. Je kunt echter het automatisch wijzigen van namen inschakelen, waarbij na het wijzigen van een mapnaam in Dropbox for Salesforce ook de mapnaam in Dropbox gewijzigd wordt.
Scrol omlaag naar Instellingen voor standaardobjecten en klik op Bewerken.
Klik op Namen van Salesforce-records toepassen naast de objecten waarvoor je het automatisch wijzigen van namen wilt inschakelen.
Klik op Opslaan.
Opmerkingen:
Als het automatisch wijzigen van namen is ingeschakeld in een gedeelde map, worden namen van records in Dropbox for Salesforce bijgewerkt voor iedereen die de gedeelde map gebruikt
Voor standaardobjecten kan het automatisch wijzigen van namen standaard worden ingesteld. Voor aangepaste objecten moet je een trigger instellen voor dat aangepaste object, zoals wordt weergegeven in de bovenstaande sectie 'Aangepaste objecten gebruiken'
Salesforce-beheerders kunnen instellen dat het bestaande Salesforce-beveiligingsmodel ook op Dropbox for Salesforce wordt toegepast. Het Salesforce-beveiligingsmodel wordt standaard op Dropbox for Salesforce toegepast.
Volg de onderstaande instructies als je de instellingen voor gedeelde integraties wilt wijzigen:
Scrol omlaag naar Instellingen voor standaardobjecten en klik op Bewerken.
Vink het vakje Delen als in Salesforce aan naast de objecten die je wilt inschakelen.
Klik op Opslaan.
Opmerkingen:
Als je Delen als in Salesforce hebt ingeschakeld voor objecten met een standaardinstelling voor privé delen voor de hele organisatie, wordt de map Salesforce-privédocumenten gemaakt wanneer bestanden/mappen via de Dropbox-component worden toegevoegd aan nieuwe records. Deze map wordt alleen toegevoegd aan het Dropbox-account van de eigenaar van de record
Nieuwe beveiligingsinstellingen worden niet met terugwerkende kracht toegepast. De nieuwe instellingen worden niet toepast op mappen die zijn gemaakt voordat je de beveiligingsinstellingen hebt gewijzigd
De Salesforce-instellingen voor delen vind je hier: Instellen > Beveiliging > Instellingen voor delen
De map 'Salesforce-documenten' moet worden gedeeld met alle Dropbox for Salesforce-gebruikers in het team
Alleen Salesforce-gebruikers die toegang hebben tot het Salesforce-privéobject zien het Dropbox-materiaal na de Dropbox for Salesforce-integratie
Je kunt in Dropbox for Salesforce een mappenstructuur laten maken die overeenkomt met je Salesforce-mappen in Dropbox. Beheerders kunnen echter de standaardstructuur of de naamgevingsconventies van de mappen per object wijzigen.
De standaardnaamgevingsconventie voor het object 'Contact' is Voornaam Achternaam. Je kunt dit echter ook wijzigen naar Achternaam Voornaam. Als je dit wijzigt, worden deze naamgevingsinstellingen ingesteld als voorkeur.
Klik in de linkerkolom onder Samenstellen op Aanpassen.
Selecteer Contacten.
Klik op Velden.
Scrol omlaag naar de lijst Aangepaste velden en relaties voor Contactpersoon en klik op Nieuw.
Selecteer Formule onder Gegevenstype.
Klik op Volgende.
Typ 'aangepast Dropbox-pad' in het vak Veldlabel .
Typ 'aangepast_dropbox_pad' in het vak Veldnaam.
Selecteer Tekst onder Formuleresultaattype en klik op Volgende.
Voer je formule in en klik op Volgende.
Vink het vakje Zichtbaar aan naast de profielen waaraan je bewerkingsrechten wilt toekennen.
Klik op Volgende.
Klik op Opslaan.
Opmerkingen:
Bij objecten met een aangepaste naamgevingsconventie worden de recordmappen direct onder de map Salesforce-documenten weergegeven. Als je wilt dat de recordmappen onder de objectmap (zoals Contacten) worden weergegeven, zoals het geval zonder aangepaste naamgeving, dan moet je dat specificeren in de toegevoegde formule. Bijvoorbeeld, "Contact/" & Achternaam & " , " & Voornaam
Deze wijzigingen worden niet met terugwerkende kracht toegepast. Ze worden alleen toegepast op nieuwe mappen
Je kunt deze methode gebruiken voor alle standaardobjecten en aangepaste objecten. Je kunt ook andere velden, teksten, getallen of datums toevoegen om je mappaden verder aan te passen