Dropbox for Salesforce: Geavanceerde beheerinstellingen

Bijgewerkt Dec 19, 2023

Nadat je Dropbox for Salesforce met de standaardconfiguratie hebt ingesteld, kun je eventueel de Dropbox for Salesforce-integratie aanpassen zoals in dit artikel wordt beschreven.

Aangepaste objecten of standaardobjecten buiten de standaardconfiguratie gebruiken

Volg deze instructies om aangepaste objecten of objecten buiten de standaardconfiguratie (Account, Contact, Case, Opportunity, Lead) te gebruiken:

  1. Meld je aan bij de Salesforce-website.
  2. Open het tandwielpictogram en klik op Installatie.
  3. Klik onder de sectie Platformtools op Aangepaste code.
  4. Klik op Visualforce-pagina's.
  5. Klik in de lijst met pagina's op Nieuw.
  6. Voeg een Label en Naam toe voor je Visualforce-pagina.
  7. Vervang de Visualforce-markering door een van de twee onderstaande code-opties. De waarde voor standardController moet worden vervangen door de API-naam van het object. Bij een standaardobject is de API-naam de naam van het standaardobject. De API-naam van het object 'Contracten' is bijvoorbeeld 'Contract'.
     

Dropbox voor [Object]:

<apex:page standardController="INSERT—API—NAME—HERE" docType="html-5.0" showHeader="false" sidebar="false" applyHtmlTag="false" applyBodyTag="false">
<Dropbox_for_SF:Dropbox />
</apex:page>
Alles van Dropbox voor [Object]:
<apex:page standardController="INSERT—API—NAME—HERE" docType="html-5.0" showHeader="false" sidebar="false" applyHtmlTag="false" applyBodyTag="false">
  <Dropbox_for_SF:Dropbox AllDropbox="true" />
</apex:page>
  1. Klik op Opslaan.

Volg deze instructies als je niet Salesforce Lightning gebruikt:
 

  1. Meld je aan bij de Salesforce-website.
  2. Klik op Set-up.
  3. Klik onder Samenstellen op Ontwikkelen.
  4. Klik op Visualforce-pagina's.
  5. Klik in de lijst met pagina's op Nieuw.
  6. Voeg een Label en Naam toe voor je Visualforce-pagina.
  7. Vervang de Visualforce-markering door de bovenstaande code. De waarde voor standardController moet worden vervangen door de API-naam van het object. Bij een standaardobject is de API-naam de naam van het standaardobject. De API-naam van het object 'Contracten' is bijvoorbeeld 'Contract'.
  8. Klik op Opslaan.

Volg de onderstaande instructies om de Objectlay-out bij te werken met de hierboven gemaakte Visualforce-pagina:

  1. Klik op Objectmanager.
  2. Kies het object dat je wilt bewerken.
  3. Klik op Paginalay-outs.
  4. Kies de lay-out die je wilt bewerken.
  5. Sleep Sectie van het vak met instellingen bovenaan naar de pagina.
  6. Vul de naam van de sectie in en selecteer de lay-out met één kolom.
  7. Klik op OK.
  8. Ga naar de optie Visualforce-pagina's en sleep de bijbehorende pagina naar de Dropbox-sectie.
  9. Klik op Opslaan.
  10. Klik op het moersleutelpictogram nadat je de Visualforce-pagina's hebt toegevoegd.
  11. Ga naar de pagina met opties en stel de eigenschappen voor de Visualforce-pagina in op 100% breedte en 400 pixels hoogte. Vink ook het vakje Schuifbalken weergeven aan.

Volg deze instructies als je niet Salesforce Lightning gebruikt:
 

  1. Klik op Set-up.
  2. Zoek linksboven in de zoekbalk naar 'Objectmanager'.
  3. Kies het object dat je wilt bewerken en klik op Paginalay-outs aan de linkerkant.
  4. Klik naast de lay-out die je wilt aanpassen op de menupijl en selecteer Bewerken.
  5. Sleep Sectie van het vak met instellingen bovenaan naar de pagina.
  6. Vul de naam van de sectie in en selecteer de lay-out met één kolom.
  7. Klik op OK.
  8. Ga naar de optie Visualforce-pagina's en sleep de bijbehorende pagina naar de Dropbox-sectie.
  9. Klik op Opslaan.
  10. Klik op het moersleutelpictogram nadat je de Visualforce-pagina's hebt toegevoegd.
  11. Ga naar de pagina met opties en stel de eigenschappen voor de Visualforce-pagina in op 100% breedte en 400 pixels hoogte. Vink ook het vakje Schuifbalken weergeven aan.

Hierna moet je een nieuwe trigger voor objecten instellen voor je aangepaste object of niet-standaard standaardobject. Dit kun je doen door de volgende stappen te volgen:

  1. Meld je aan bij de Salesforce-website.
  2. Open het tandwielpictogram en klik op Installatie.
  3. Selecteer de Objectmanager onder Objecten en Velden.
  4. Selecteer het aangepaste object. 
  5.  Klik op Triggers.
  6. Klik op Nieuw.
  7. Kopieer het volgende codeblok in het invoerveld met de juiste namen eronder.
Trigger <TRIGGER_NAME> on <OBJECT_API_NAME> (after update, after delete) {
    
        if(Trigger.isAfter && Trigger.isUpdate){
            Dropbox_for_SF.HandleRecordChange.OnRecordChange(Trigger.old, Trigger.new);
        }
    
        if(Trigger.isAfter && Trigger.isDelete){
            Dropbox_for_SF.HandleRecordChange.HandleMerge(Trigger.old);
        }
    
    }

Volg deze instructies als je niet Salesforce Lightning gebruikt om de trigger voor aangepaste objecten in te stellen:
 

  1. Meld je aan bij de Salesforce-website.
  2. Klik op Set-up.
  3. Klik onder Samenstellen op Maken.
  4. Selecteer Objecten.
  5. Selecteer aangepast object
  6.  Klik in de sectie Triggers op Nieuw
  7. Kopieer het bovenstaande codeblok in het invoerveld met de juiste namen eronder.

Volg de onderstaande stappen om het probleem met code-dekking op te lossen: 

  1. Voeg de volgende code toe als een aangepaste Apex-klasse met de naam CustomTests in de set met aangepaste wijzigingen:
@isTest
public class CustomTest
{
  static testMethod void update<OBJECT_API_NAME>() {
      <OBJECT_API_NAME>  a = new <OBJECT_API_NAME> (Name='test');
      insert a;
      Test.startTest();
      a.Name = 'new test';
      update a;
      Test.stopTest();
      system.assertEquals('new test', a.name);
  }
}
  1. Voer alle tests opnieuw uit in de ontwikkelaarsconsole.

Dropbox for Salesforce inschakelen in de mobiele app van Salesforce1

Als je Dropbox for Salesforce in de mobiele app van Salesforce1 wilt gebruiken, moet je eerst een mobiele kaart toevoegen aan de paginalay-out.

  1. Meld je aan bij de Salesforce-website.
  2. Open het tandwielpictogram en klik op Installatie.
  3. Klik onder de sectie Platformtools op Objecten en velden.
  4. Klik op Objectmanager.
  5. Kies het object dat je wilt bewerken.
  6. Klik op Paginalay-outs.
  7. Kies de lay-out die je wilt bewerken.
  8. Scrol naar beneden naar de sectie Mobiele kaarten (uitsluitend Salesforce1).
  9. Klik in het vak met instellingen bovenaan het scherm op Visualforce-pagina's.
  10. Sleep Mobile Dropbox for [Object] naar de sectie Mobiele kaarten (uitsluitend Salesforce1).
  11. Klik op Opslaan.

Hierna kun je aangepaste objecten beschikbaar maken voor de mobiele app van Salesforce1. Als je aangepaste objecten compatibel wilt maken met de mobiele app van Salesforce1, moet je deze functie eerst inschakelen wanneer je de Visualforce-pagina instelt. Volg de onderstaande stappen om je aangepaste objecten zichtbaar te maken:

  1. Meld je aan bij de Salesforce-website.
  2. Open het tandwielpictogram en klik op Installatie.
  3. Klik onder de sectie Platformtools op Aangepaste code.
  4. Klik op Visualforce-pagina's.
  5. Klik op Nieuw.
  6. Geef je pagina een Label  en een Naam.
  7. Vink het vakje Beschikbaar voor mobiele Salesforce-apps en Lightning-pagina's aan.
  8. Kopieer en plak de code uit deze instructies, en vervang de tekst API-naam invoegen door de API-naam van je object
  9. Klik op Opslaan.

Volg deze instructies als je niet Salesforce Lightning gebruikt:
 

  1. Meld je aan bij de Salesforce-website.
  2. Klik op Set-up.
  3. Klik onder Samenstellen op Aanpassen.
  4. Kies onder de sectie Aanpassen het object dat je wilt bewerken en klik op Paginalay-outs.
  5. Klik naast de lay-out die je wilt aanpassen op Bewerken.
  6. Scrol naar beneden naar de sectie Mobiele kaarten (uitsluitend Salesforce1).
  7. Klik in het vak met instellingen bovenaan het scherm op Visualforce-pagina's.
  8. Sleep Mobile Dropbox for [Object] naar de sectie Mobiele kaarten (uitsluitend Salesforce1).
  9. Klik op Opslaan.
     

Hierna kun je aangepaste objecten beschikbaar maken voor de mobiele app van Salesforce1. Als je aangepaste objecten compatibel wilt maken met de mobiele app van Salesforce1, moet je deze functie eerst inschakelen wanneer je de Visualforce-pagina instelt. Volg de onderstaande stappen om je aangepaste objecten zichtbaar te maken:
 

  1. Meld je aan bij de Salesforce-website.
  2. Klik op Set-up.
  3. Klik onder Samenstellen op Ontwikkelen.
  4. Klik op Visualforce-pagina's.
  5. Klik in de lijst met pagina's op Nieuw.
  6. Voeg een Label en Naam toe voor je Visualforce-pagina.
  7. Geef je pagina een Label en een Naam.
  8. Vink het vakje Beschikbaar voor mobiele Salesforce-apps en Lightning-pagina's aan.
  9. Kopieer en plak de onderstaande code, en vervang de tekst API-naam invoegen door de API-naam van je object
  10. Klik op Opslaan.

<apex:page standardController=“INSERT—API—NAME—HERE” docType =“html-5.0” showHeader=“false” sidebar=“false” applyHtmlTag=“false” applyBodyTag="false">
<Dropbox_for_SF:DropboxMobile / >
</apex:page>

De API-naam van het Salesforce-object vinden

Elk object in Salesforce heeft een API-naam. Als je met aangepaste objecten werkt, kun je de API-naam vinden aan de hand van de volgende instructies.

  1. Meld je aan bij de Salesforce-website.
  2. Klik op Set-up.
  3. Klik in de linkerkolom onder de sectie Samenstellen op Maken.
  4. Klik op Objecten in het vervolgkeuzemenu.
  5. Klik op de naam van het object.
  6. Als je op het label van het object klikt, wordt de API-naam weergegeven.

Sjablonen voor objectrecords maken

In Dropbox for Salesforce kan een mappenstructuur voor je worden gemaakt aan de hand van sjabloonmappen. Deze mappen koppelen je Salesforce-records aan mappen in je Dropbox.

De mappen die in Dropbox for Salesforce worden gemaakt, zijn standaard leeg. Als je wilt dat deze mappen een submappenstructuur bevatten, kun je die laten maken door de functie Sjabloonmap.

  1. Meld je aan bij de Salesforce-website.
  2. Controleer welk e-mailadres aan Dropbox for Salesforce is gekoppeld.
    • Klik op het tabblad Dropbox-opties in je Salesforce-account. Daar staat het e-mailadres
  3. Ga naar dropbox.com en open de map Salesforce-documenten.
  4. Klik op de naam van de objectmap die je wilt gebruiken.
  5. Maak een nieuwe map en noem deze 'Sjabloon'.
  6. Maak de gewenste structuur door bestanden en mappen toe te voegen aan de map Sjabloon.
  7. Klik in Salesforce op de tab Dropbox-opties.
  8. Scrol omlaag naar Instellingen voor standaardobjecten en klik op Bewerken.
  9. Vink het vakje Sjablonen inschakele aan naast het object dat je wilt gebruiken.
  10. Klik op Opslaan.
highlight icon

Opmerkingen:

  • De mappen Sjabloon kunnen niet met terugwerkende kracht worden toegepast. Mappenstructuren die je hebt gemaakt voordat je de nieuwe sjabloonmappenstructuur hebt ingesteld, worden niet veranderd
  • Als je ervoor wilt zorgen dat de sjabloon in een record wordt gegenereerd, voeg je een bestand toe aan de Dropbox-map van die record in de map Salesforce-documenten in je Dropbox.
  • Sjabloonmappen werken alleen voor objecten die zich in de openbare map 'Salesforce-documenten' bevinden. Ze zijn momenteel niet compatibel met objecten in de map 'Salesforce-privédocumenten'
  • Sjabloonmappen werken niet voor aangepaste objecten of voor objecten met een naamgevingsconventie.

Namen van Salesforce-records toepassen

De map in je Dropbox houdt standaard dezelfde naam als je de naam van een Salesforce-record wijzigt. Je kunt echter het automatisch wijzigen van namen inschakelen, waarbij na het wijzigen van een mapnaam in Dropbox for Salesforce ook de mapnaam in Dropbox gewijzigd wordt.

  1. Meld je aan bij de Salesforce-website.
  2. Klik op het tabblad Dropbox-opties.
  3. Scrol omlaag naar Instellingen voor standaardobjecten en klik op Bewerken.
  4. Klik op Namen van Salesforce-records toepassen naast de objecten waarvoor je het automatisch wijzigen van namen wilt inschakelen.
  5. Klik op Opslaan.
highlight icon

Opmerkingen:

  • Als het automatisch wijzigen van namen is ingeschakeld in een gedeelde map, worden namen van records in Dropbox for Salesforce bijgewerkt voor iedereen die de gedeelde map gebruikt
  • Voor standaardobjecten kan het automatisch wijzigen van namen standaard worden ingesteld. Voor aangepaste objecten moet je een trigger instellen voor dat aangepaste object, zoals wordt weergegeven in de bovenstaande sectie 'Aangepaste objecten gebruiken'.

Instellingen voor delen wijzigen

Salesforce-beheerders kunnen instellen dat het bestaande Salesforce-beveiligingsmodel ook op Dropbox for Salesforce wordt toegepast. Het Salesforce-beveiligingsmodel wordt standaard op Dropbox for Salesforce toegepast.

Volg de onderstaande instructies als je de instellingen voor gedeelde integraties wilt wijzigen:

  1. Meld je aan bij de Salesforce-website.
  2. Klik op het tabblad Dropbox-opties.
  3. Scrol omlaag naar Instellingen voor standaardobjecten en klik op Bewerken.
  4. Vink het vakje Delen als in Salesforce aan naast de objecten die je wilt inschakelen.
  5. Klik op Opslaan.
highlight icon

Opmerkingen:

  • Als je Delen als in Salesforce hebt ingeschakeld voor objecten met een standaardinstelling voor privé delen voor de hele organisatie, wordt de map Salesforce-privédocumenten gemaakt wanneer bestanden/mappen via de Dropbox-component worden toegevoegd aan nieuwe records. Deze map wordt alleen toegevoegd aan het Dropbox-account van de eigenaar van de record.
  • Nieuwe beveiligingsinstellingen worden niet met terugwerkende kracht toegepast. De nieuwe instellingen worden niet toepast op mappen die zijn gemaakt voordat je de beveiligingsinstellingen hebt gewijzigd
  • De Salesforce-instellingen voor delen vind je hier: Instellen > Beveiliging > Instellingen voor delen
  • De map 'Salesforce-documenten' moet worden gedeeld met alle Dropbox for Salesforce-gebruikers in het team 
  • Alleen Salesforce-gebruikers die toegang hebben tot het Salesforce-privéobject zien het Dropbox-materiaal na de Dropbox for Salesforce-integratie

De toegang beperken tot de leden van je team

Salesforce-beheerders kunnen beheren hoe een Salesforce-gebruiker Dropbox aan Salesforce koppelt.

  1. Meld je aan bij de Salesforce-website.
  2. Klik op het tabblad Dropbox-opties.
  3. Scrol omlaag naar de sectie Dropbox Business en klik op Aanmelden beperken tot bedrijfsaccounts.
  4. Klik op Bewerken.
  5. Vink onder Toegang tot Dropbox Business het vakje Alleen teamleden aan.
  6. Klik op Opslaan.

Toegang verlenen aan Salesforce-gebruikers

  1. Meld je aan bij de Salesforce-website.
  2. Open het tandwielpictogram en klik op Installatie.
  3. Klik onder de sectie Beheer op Gebruikers.
  4. Klik op Profielen.
  5. Klik op de naam van het profiel dat je wilt bewerken.
  6. Scrol omlaag naar Toegang tot Visualforce-pagina's ingeschakeld en klik op Bewerken.
  7. Selecteer alle pagina's die beginnen met 'Dropbox_for_SF'.
  8. Klik op de pijl Toevoegen.
  9. Klik op Opslaan.
  10. Op de profielpagina waar je mee bezig bent, scrol je omlaag naar de sectie Toegang tot Apex-klassen ingeschakeld. Klik vervolgens op Bewerken.
  11. Selecteer alle klassen die beginnen met Dropbox_for_SF.
  12. Klik op de pijl Toevoegen.
  13. Klik op Opslaan.

Volg deze instructies als je niet Salesforce Lightning gebruikt:
 

  1. Meld je aan bij de Salesforce-website.
  2. Klik op Set-up.
  3. Ga naar de sectie Beheer en klik op Gebruikers beheren.
  4. Klik op Profielen.
  5. Klik op de naam van het profiel dat je wilt bewerken.
  6. Scrol omlaag naar Toegang tot Visualforce-pagina's ingeschakeld en klik op Bewerken.
  7. Selecteer alle pagina's die beginnen met 'Dropbox_for_SF'.
  8. Klik op de pijl Toevoegen.
  9. Klik op Opslaan.
  10. Op de profielpagina waar je mee bezig bent, scrol je omlaag naar de sectie Toegang tot Apex-klassen ingeschakeld. Klik vervolgens op Bewerken.
  11. Selecteer alle klassen die beginnen met wbdbox.
  12. Klik op de pijl Toevoegen.
  13. Klik op Opslaan.

Je eigen structuur voor mapnamen maken

Je kunt in Dropbox for Salesforce een mappenstructuur laten maken die overeenkomt met je Salesforce-mappen in Dropbox. Beheerders kunnen echter de standaardstructuur of de naamgevingsconventies van de mappen per object wijzigen.

De standaardnaamgevingsconventie voor het object 'Contact' is Voornaam Achternaam. Je kunt dit echter ook wijzigen naar Achternaam Voornaam. Als je dit wijzigt, worden deze naamgevingsinstellingen ingesteld als voorkeur.

  1. Meld je aan bij de Salesforce-website.
  2. Open het tandwielpictogram en klik op Installatie.
  3. Klik onder de sectie Platformtools op Objecten en velden.
  4. Klik op Objectmanager.
  5. Kies het object dat je wilt bewerken.
  6. Klik op Velden en relaties.
  7. Klik op Nieuw.
  8. Selecteer Formule onder Gegevenstype.
  9. Klik op Volgende.
  10. Typ 'aangepast Dropbox-pad' in het vak Veldlabel.
  11. Typ 'aangepast_dropbox_pad' in het vak Veldnaam.
  12. Selecteer Tekst onder Formuleresultaattype en klik op Volgende.
  13. Voer je formule in (bijvoorbeeld: "Contact/" & Achternaam & " , " & Voornaam), en klik op Volgende.
  14. Vink het vakje Zichtbaar aan naast de profielen waaraan je bewerkingsrechten wilt toekennen.
  15. Klik op Volgende.
  16. Klik op Opslaan.

Volg deze instructies als je niet Salesforce Lightning gebruikt:
 

  1. Meld je aan bij de Salesforce-website.
  2. Klik op Set-up.
  3. Klik in de linkerkolom onder Samenstellen op Aanpassen.
  4. Selecteer Contacten.
  5. Klik op Velden.
  6. Scrol omlaag naar de lijst Aangepaste velden en relaties voor Contactpersoon en klik op Nieuw.
  7. Selecteer Formule onder Gegevenstype.
  8. Klik op Volgende.
  9. Typ 'aangepast Dropbox-pad' in het vak Veldlabel .
  10. Typ 'aangepast_dropbox_pad' in het vak Veldnaam.
  11. Selecteer Tekst onder Formuleresultaattype en klik op Volgende.
  12. Voer je formule in en klik op Volgende.
  13. Vink het vakje Zichtbaar aan naast de profielen waaraan je bewerkingsrechten wilt toekennen.
  14. Klik op Volgende.
  15. Klik op Opslaan.

highlight icon

Opmerkingen:

  • Bij objecten met een aangepaste naamgevingsconventie worden de recordmappen direct onder de map Salesforce-documenten weergegeven. Als je wilt dat de recordmappen onder de objectmap (zoals Contacten) worden weergegeven, zoals het geval zonder aangepaste naamgeving, dan moet je dat specificeren in de toegevoegde formule. Bijvoorbeeld, "Contact/" & Achternaam & " , " & Voornaam
  • Deze wijzigingen worden niet met terugwerkende kracht toegepast. Ze worden alleen toegepast op nieuwe mappen
  • Je kunt deze methode gebruiken voor alle standaardobjecten en aangepaste objecten. Je kunt ook andere velden, teksten, getallen of datums toevoegen om je mappaden verder aan te passen

Dropbox aan Uitgeverslay-outs toevoegen

Je kunt de Dropbox-interface toegankelijk maken op Chatter. Voeg hiervoor Dropbox toe als Snelle actie in Globale uitgever.

  1. Meld je aan bij de Salesforce-website.
  2. Open het tandwielpictogram en klik op Installatie.
  3. Klik onder de sectie Platformtools op Gebruikersinterface.
  4. Klik op Globale acties.
  5. Klik op Uitgeverslay-outs.
  6. Kies het object dat je wilt bewerken.
  7. Klik op Velden en relaties.
  8. Klik in de kolom Actie op Bewerken naast het item Globale lay-out.
  9. Sleep Dropbox van de sectie Snelle acties naar de sectie Globale uitgever.

Volg deze instructies als je niet Salesforce Lightning gebruikt:
 

  1. Meld je aan bij de Salesforce-website.
  2. Klik op Set-up.
  3. Klik op Maken.
  4. Klik op Globale acties.
  5. Klik op Uitgeverslay-outs.
  6. Klik in de kolom Actie op Bewerken naast het item Globale lay-out.
  7. Sleep Dropbox van de sectie Snelle acties naar de sectie Globale uitgever.

Was dit artikel nuttig?

Het spijt ons dat te horen.
Laat ons weten hoe we het kunnen verbeteren.

Bedankt voor je feedback.
Laat ons weten hoe dit artikel je heeft geholpen.

Bedankt voor je feedback.

Antwoorden uit de community

Andere manieren om hulp te krijgen